Een spin heeft acht poten. Dit is een kenmerk van alle spinachtigen, waartoe ook hooiwagens, schorpioenen, mijten en teken behoren. Insecten daarentegen hebben er maar zes.
De acht poten van een spin zijn bevestigd aan het kopborststuk. Ze zijn lang en harig en helpen de spin om te rennen, klimmen, jagen en prooi te vangen. De haartjes op de poten kunnen ook trillingen in het web voelen, waardoor de spin prooi kan detecteren.