Voermannen, of wagenmenners, gebruikten vroeger paarden of andere trekdieren om karren en wagens te besturen. Om hun paarden te begeleiden en aanwijzingen te geven, hadden ze een aantal commando's tot hun beschikking. Eén van de meest universele was "ho", een kort en krachtig stopwoordje. Het uitspreken van "ho" diende om de paarden te waarschuwen en te laten vertragen of stoppen.
Daarom is "ho" (twee letters) het stopwoordje waarmee de voerman zijn trekdieren tot stilstand bracht.