De hulpjes van een ridder hadden verschillende titels en taken, afhankelijk van hun leeftijd en ervaringsniveau. Hier zijn de meestvoorkomende:
Page:
- Jonge jongen (7-14 jaar) in dienst van een ridder of edelman.
- Voerde eenvoudige taken uit, zoals het schoonmaken van de kamer, het poetsen van wapens en het verzorgen van paarden.
- Leerde de etiquette en hoffelijkheid van de riddercultuur.
Schildknaap:
- Oudere jongen (14-21 jaar) in opleiding tot ridder.
- Droeg de wapens en uitrusting van de ridder.
- Hielp de ridder zich te kleden en te bewapenen.
- Vocht naast de ridder in gevechten.
Knaap:
- Volwassen man die in dienst was van een ridder.
- Beheerde de huishouding van de ridder.
- Zorgde voor de paarden en wapens van de ridder.
- Begeleidde de ridder op zijn reizen.
Naast deze titels waren er ook andere specialisten die de ridder konden helpen, zoals:
- Wapensmeden: maakten en repareerden wapens en harnassen.
- Paardenfokkers: fokten en trainden paarden voor ridders.
- Genezers: behandelden verwondingen en ziekten.
De taken van de hulpjes van een ridder waren divers, maar ze waren allemaal belangrijk om de ridder in staat te stellen zijn taken uit te voeren.
Extra informatie:
- De ridderschap was een hiƫrarchische structuur, met ridders aan de top, gevolgd door schildknapen en pages.
- Om ridder te worden, moest een schildknaap een lange en zware opleiding doorlopen.
- Ridders waren gebonden aan een eed van trouw aan hun heer.
- De ridderschap speelde een belangrijke rol in de middeleeuwse samenleving.