Hoewel "succes" zelf al 6 letters heeft en de meest directe vertaling is, begrijp ik dat je misschien op zoek bent naar alternatieven of voorbeelden van hoe het gebruikt wordt in verschillende contexten. Hier zijn enkele mogelijkheden:
Zelfstandige naamwoorden:
- Triomf: 6 letters, benadrukt een grote overwinning.
- Hit: 4 letters, informeel voor iets populairs of succesvols.
- Kraker: 6 letters, informeel voor een groot succes.
- Doorbraak: 9 letters, benadrukt het overwinnen van een obstakel.
- Win: 3 letters, kort en bondig voor succes in een competitie.
Werkwoorden:
- Slaag: 5 letters, algemeen voor het behalen van een doel.
- Bloeien: 6 letters, figuurlijk voor succes en vooruitgang.
- Forseeren: 8 letters, benadrukt een succes dat met veel moeite behaald is.
- Presteren: 9 letters, focust op het uitvoeren van taken en het behalen van resultaten.
- Exceleren: 8 letters, benadrukt bovengemiddelde prestaties en succes.
Bijvoeglijke naamwoorden:
- Succesvol: 9 letters, beschrijft iets dat succes heeft.
- Bloeiend: 7 letters, figuurlijk voor succesvol en actief.
- Voorspoedig: 10 letters, benadrukt succes en geluk.
- Rendabel: 8 letters, focust op financieel succes.
- Boeiend: 7 letters, suggereert dat iets succesvol is door interessant te zijn.
Spreekwoorden:
- De oogst is binnen: 5 woorden, betekent dat successen behaald zijn.
- Met vlag en wimpel: 4 woorden, betekent dat iets glansrijk succesvol is.
- Op het goede spoor zitten: 5 woorden, betekent dat op weg naar succes is.
- Met de wind in de zeilen: 6 woorden, betekent dat iets voorspoedig verloopt.
- Het lukt me overal: 4 woorden, informeel voor het vermogen om overal succes te hebben.
Het beste voorbeeld hangt af van de specifieke context waarin je "succes" wil gebruiken. Wil je misschien meer informatie geven over de situatie of het verhaal waar je dit voor nodig hebt, zodat ik je een nog relevanter voorbeeld kan geven?