De manier waarop je de oppervlakte berekent hangt af van de vorm van het object. Hier zijn de formules voor de meestvoorkomende vormen:
Vierkant:
Oppervlakte = lengte x breedte
Rechthoek:
Oppervlakte = lengte x breedte
Driehoek:
Oppervlakte = (basis x hoogte) / 2
Cirkel:
Oppervlakte = π x straal²
Cilinder:
Oppervlakte = 2π x straal x (hoogte + straal)
Bol:
Oppervlakte = 4π x straal²
Andere vormen:
Voor andere vormen, zoals een trapezium of een parallellogram, bestaan er ook formules om de oppervlakte te berekenen. Je kunt deze formules online vinden of in een wiskundeboek.
Tips:
- Zorg ervoor dat je de juiste eenheden gebruikt. Bijvoorbeeld, als je de lengte in meters meet, moet je de breedte ook in meters meten.
- Als je een object met een onregelmatige vorm hebt, kun je de oppervlakte opdelen in kleinere vormen met bekende oppervlakteformules.
- Je kunt online calculators gebruiken om de oppervlakte te berekenen.