Een bijvoeglijk naamwoord, ook wel adjectief genoemd, is een woord dat iets meer vertelt over een zelfstandig naamwoord. Het geeft een eigenschap, kenmerk of toestand van dat zelfstandig naamwoord aan.
Voorbeelden:
- De rode auto
- De grote man
- De mooie bloemen
- De lekkere taart
- De kapotte fiets
In deze voorbeelden zijn rode, grote, mooie, lekkere en kapotte de bijvoeglijke naamwoorden. Ze geven respectievelijk de kleur, grootte, schoonheid, smaak en toestand van de zelfstandige naamwoorden auto, man, bloemen, taart en fiets aan.
Bijvoeglijke naamwoorden kunnen voor of na het zelfstandig naamwoord staan. In de meeste gevallen staan ze voor het zelfstandig naamwoord, zoals in de bovenstaande voorbeelden. Maar er zijn ook uitzonderingen, zoals:
- De man is lang
- De bloemen zijn mooi
- De taart is lekker
In deze zinnen staan de bijvoeglijke naamwoorden na het zelfstandig naamwoord.
Tip: